Responsive image

Artikel 10ter Overgangsmaatregelen ter ondersteuning van bepaalde...

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 10ter Overgangsmaatregelen ter ondersteuning van bepaalde...

Overgangsmaatregelen ter ondersteuning van bepaalde energie-intensieve industrieën in geval van koolstoflekkage

1. Bedrijfstakken en deeltakken waarvan het product van de vermenigvuldiging van de intensiteit van hun handel met derde landen, gedefinieerd als de verhouding tussen de totale waarde van de uitvoer naar derde landen plus de waarde van de invoer uit derde landen en de totale grootte van de markt van de Europese Economische Ruimte (jaaromzet plus totale invoer uit derde landen), met hun emissie-intensiteit, gemeten in kgCO2, gedeeld door hun bruto toegevoegde waarde (in EUR), groter is dan 0,2 worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen. Dergelijke bedrijfstakken en deeltakken krijgen voor de periode tot en met 2030 kosteloze emissierechten toegewezen ten belope van 100 % van de hoeveelheid die krachtens artikel 10bis is bepaald.

2.

Bedrijfstakken en deeltakken waarvan het product van de vermenigvuldiging van de intensiteit van hun handel met derde landen met hun emissie-intensiteit groter is dan 0,15 mogen worden opgenomen in de in lid 1 bedoelde groep aan de hand van gegevens voor de jaren van 2014 tot 2016 op basis van een kwalitatieve beoordeling en van de volgende criteria:

a) de mate waarin individuele installaties in de betrokken bedrijfstak of deeltak hun emissieniveau of elektriciteitsverbruik kunnen verminderen;

b) huidige en verwachte marktkenmerken, waar van toepassing met inbegrip van een gemeenschappelijke referentieprijs;

c) winstmarges als een potentiële indicator van beslissingen inzake langetermijninvestering of verplaatsing, rekening houdend met wijzigingen in productiekosten die verband houden met emissiereducties.

3. Bedrijfstakken en deeltakken die de in lid 1 bedoelde drempel niet overschrijden, maar waarvan de emissie-intensiteit gemeten in kgCO2, gedeeld door hun bruto toegevoegde waarde (in EUR), meer dan 1,5 bedraagt, worden eveneens op viercijferniveau (NACE 4-code) beoordeeld. De Commissie maakt de resultaten van deze beoordeling openbaar.

Binnen drie maanden na de in de eerste alinea bedoelde publicatie kunnen de in die alinea bedoelde bedrijfstakken en deeltakken bij de Commissie een aanvraag doen, hetzij voor een kwalitatieve beoordeling van hun blootstelling aan een koolstofweglekrisico op viercijferniveau (NACE 4-code), hetzij voor een beoordeling op basis van de classificatie van goederen die worden gebruikt voor statistieken inzake industriële productie in de Unie, op achtcijferniveau (Prodcom). Daartoe dienen bedrijfstakken en deeltakken naar behoren gemotiveerde, volledige en onafhankelijk geverifieerde gegevens in, teneinde de Commissie in staat te stellen de beoordeling samen met de aanvraag uit te voeren.

Indien een bedrijfstak of deeltak ervoor kiest om op viercijferniveau (NACE 4-code) te worden beoordeeld, kan hij opgenomen worden in de in lid 1 bedoelde groep op basis van de in lid 2, onder a), b) en c), bedoelde criteria. Indien een bedrijfstak of deeltak ervoor kiest om op achtcijferniveau (Prodcom) te worden beoordeeld, wordt hij opgenomen in de in lid 1 bedoelde groep mits op dat niveau de in lid 1 vermelde drempel van 0,2 wordt overschreden.

Bedrijfstakken en deeltakken waarvoor kosteloze toewijzing wordt berekend op basis van de benchmarkwaarden bedoeld in artikel 10bis, lid 2, vierde alinea, kunnen eveneens verzoeken overeenkomstig de derde alinea in dit lid te worden beoordeeld.

In afwijking van de leden 1 en 2 kan een lidstaat uiterlijk op 30 juni 2018 verzoeken dat een bedrijfstak of deeltak die is vermeld in de bijlage bij Besluit 2014/746/EU van de Commissie ( 22 ) met betrekking tot classificaties op een zes- of een achtcijferniveau (Prodcom), wordt overwogen voor opname in de in lid 1 bedoelde groep. Een dergelijk verzoek wordt alleen behandeld wanneer de verzoekende lidstaat aantoont dat de toepassing van deze afwijking gerechtvaardigd is op basis van naar behoren gestaafde, volledige, geverifieerde en gecontroleerde gegevens voor de vijf voorgaande jaren, verstrekt door de betrokken bedrijfstak of deeltak en dat het verzoek alle relevante informatie bevat. Op basis van deze gegevens zal de betrokken bedrijfstak of deeltak met betrekking tot die classificaties worden opgenomen in de groep als, binnen een heterogeen viercijferniveau (NACE 4-code), blijkt dat de betrokken bedrijfstak of deeltak een aanzienlijk hogere handels- en emissie-intensiteit heeft op zes- of achtcijferniveau (Prodcom), die hoger is dan de in lid 1 bedoelde drempel.

4. Andere bedrijfstakken en deeltakken worden geacht in staat te zijn om een groter deel van de kosten van de emissierechten in de productprijzen door te berekenen en krijgen kosteloze emissierechten toegewezen ten belope van 30 % van de hoeveelheid die op grond van artikel 10bis is bepaald. Tenzij anderszins wordt besloten in het kader van de evaluatie op grond van artikel 30, worden kosteloze toewijzingen aan andere bedrijfstakken en deeltakken, met uitzondering van stadsverwarming, na 2026 met gelijke hoeveelheden verminderd om in 2030 een hoeveelheid kosteloze toewijzing van nul te bereiken.

In lidstaten waar, gemiddeld in de jaren 2014-2018, het percentage emissies uit stadsverwarming van de totale emissies van de Unie gedeeld door het percentage van de lidstaten in het bbp van het totale bbp van de Unie groter is dan vijf, wordt aan stadsverwarming een extra kosteloze toewijzing van 30 % van de op grond van artikel 10bis vastgestelde hoeveelheid toegekend voor de periode van 2026 tot en met 2030, op voorwaarde dat er een investeringsvolume dat gelijk is aan de waarde van die aanvullende kosteloze toewijzing wordt geïnvesteerd om de emissies vóór 2030 aanzienlijk te verminderen, in overeenstemming met de plannen voor klimaatneutraliteit bedoeld in de derde alinea van dit lid, en dat de verwezenlijking van de in punt b) van die alinea bedoelde streefdoelen en mijlpalen wordt bevestigd door de verificatie die overeenkomstig de vierde alinea van dit lid wordt uitgevoerd.

Uiterlijk op 1 mei 2024 stellen exploitanten van stadsverwarming een plan voor klimaatneutraliteit op met betrekking tot de installaties waarvoor zij overeenkomstig de tweede alinea van dit lid een aanvullende een kosteloze toewijzing aanvragen. Dat plan strookt de doelstelling van klimaatneutraliteit als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1119, en bevat:

a) maatregelen en investeringen om uiterlijk in 2050 klimaatneutraliteit te bereiken op installatie- of bedrijfsniveau, met uitzondering van het gebruik van koolstofcompensatiekredieten;

b) intermediaire streefdoelen en mijlpalen om uiterlijk op 31 december 2025 en vervolgens uiterlijk op 31 december van elke volgende vijf jaar de vooruitgang te meten die is geboekt bij het bereiken van klimaatneutraliteit als bedoeld in punt a) van deze alinea;

c) een raming van het effect van elk van de in punt a) van deze alinea bedoelde maatregelen en investeringen met betrekking tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

De verwezenlijking van de streefdoelen en mijlpalen als bedoeld in de derde alinea, punt b), van dit lid wordt geverifieerd met betrekking tot de periode tot 31 december 2025 en vervolgens met betrekking tot elke periode die eindigt op 31 december van elk vijfde jaar tot 2050, volgens de verificatie- en accreditatieprocedures in artikel 15. Er worden geen kosteloze emissierechten van meer dan de in de eerste alinea van dit lid bedoelde hoeveelheid toegewezen indien de verwezenlijking van de tussentijdse streefdoelen en mijlpalen niet is geverifieerd met betrekking tot de periode tot eind 2025 of met betrekking tot de periode van 2026 tot en met 2030.

De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast om de minimale inhoud van de in de derde alinea, punten a), b) en c), van dit lid bedoelde informatie en de vorm van de in die alinea en in de vijfde alinea van artikel 10bis, lid 1, bedoelde plannen voor klimaatneutraliteit te specificeren. De Commissie streeft naar synergieën met soortgelijke plannen, zoals bepaald in het Unierecht. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 22bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 uiterlijk op 31 december 2019 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze richtlijn wat betreft de vaststelling van de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht een koolstofweglekrisico te lopen, voor activiteiten op viercijferniveau (NACE 4-code) voor zover het lid 1 van dit artikel betreft, op basis van de beschikbare gegevens voor de laatste drie kalenderjaren.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.